Algemene beleidsmatige ontwikkelingen

    Inleiding
    Dit hoofdstuk heeft tot doel om u, binnen de maatschappelijke context, de inhoudelijke en beleidsmatige kaders te schetsen welke betrekking hebben op deze meerjarenbegroting 2016-2019.

    Allereerst schetsen wij u een, ten opzichte van de kadernota, geactualiseerde weergave van de macro-economisch context . Aansluitend schetsen wij u de meest opvallende en relevante ontwikkelingen zoals die zijn opgenomen in de afzonderlijke programma's en schetsen wij u, tegen deze achtergrond een mogelijke doorkijk voor de komende jaren.

    Zoals eerder aangegeven in de kadernota wordt de haalbaarheid van de ambities ook beïnvloed door ontwikkelingen in de samenleving en invloeden van buitenaf, zoals het beleid van anderen  als rijk, provincie en Europa, maar ook gemeenten in de Euregio waarmee we samenwerken. Om resultaten te behalen zullen we in de komende begroting rekening moeten houden met deze omstandigheden.

    Tot slot hebben wij in de kadernota aangegeven dat we er, halverwege de bestuurlijke rit van het college, naar verwachting in slagen om ook ongeveer de helft van de coalitie-afspraken ingevuld te hebben. De voortgang daarvan hebben wij voor u opgenomen in een aparte bijlage.  Dat neemt overigens niet weg dat een aantal stevige bestuurlijke opdrachten in de resterende bestuursperiode nog ter hand moeten worden genomen en waarschijnlijk nog om lastige bestuurlijke keuzes zullen vragen.

    Macro-economisch beeld
    Op 24 juni jl. meldde het CBS een licht sterker dan verwachte economische groei over het eerste kwartaal van 2015 (0,6% ipv 0,4%). Deze doorzettende groei kent ook een steeds bredere basis, zowel de binnenlandse consumptie, als de investeringen en de export dragen bij aan deze positieve ontwikkeling.
    Op jaarbasis werd de economische groei na afloop van het eerste kwartaal ook licht naar boven bij gesteld, naar 2,5% ten opzichte van het eerste kwartaal van 2014. Dit is de grootste toename op jaarbasis van het bruto binnenlands product sinds 2007. Voorzag het CPB begin dit jaar in 2015 en 2016 nog een groei voor heel 2015 en 2016 van 1,7% en 1,8%, inmiddels zijn in de zogenaamde juniraming 2015 die groeiramingen opgetrokken naar 2,0%, respectievelijk 2,1%. Ten opzichte van de kadernota 2016 is er dus sprake van een doorzettende en iets hogere groeiraming.

    De werkloosheidscijfers dalen naar verwachting verder naar 7% dit jaar en naar 6,7% volgend jaar. Het overheidstekort neemt ook verder af naar 1,9% dit jaar en, bij ongewijzigd beleid, naar 0,8% volgend jaar.

    Dat is natuurlijk heel mooi. Hierbij dient echter nadrukkelijk te worden aangetekend dat er op het niveau van de individuele huishoudens nog veel reparatiewerk dient te worden verricht. De recessie heeft er namelijk mede aan bijgedragen dat er nog steeds veel koopwoningen 'onder water staan' en dat er flink meer huishoudens zijn die moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen en financieel kwetsbaar zijn. Opvallend is dat dit met name de huishoudens in de leeftijdscategorie 45 tot 55-jarigen betreft en dit met name het gevolg is van een significant hogere werkloosheid voor deze specifieke groep. Uw raad heeft ons recent bij raadsmotie opgeroepen om hiermee aan het werk te gaan.

    Kijkend naar de regio Venlo verwachtte het economisch bureau van de ING in maart 2015 nog een zeer bescheiden groei van 1,1% en een werkloosheid van 6,7%. Omdat recente ramingen voor onze regio ontbreken, maar kijkend naar de hiervoor geschetste ontwikkelingen op nationaal niveau en de optimistische signalen binnen onze eigen stad en regio, verwachten wij ook hier betere dan eerder voorziene regionale groei- en werkloosheidscijfers.

    Zoals eerder aangegeven in de kadernota ligt in macro-economisch opzicht waarschijnlijk de zwaarste periode achter ons. Dat geldt echter nog niet voor de gemeentelijke financiën die, weliswaar in mindere mate dan in voorgaande jaren, nog steeds te maken hebben met budgettaire druk en sterk afgenomen reserves. De marges zijn zeer smal en dus is nadrukkelijk bestuurlijke behoedzaamheid is op zijn plaats.

    Beleidsmatige ontwikkelingen 2016
    In de kadernota hebben we in een paar zinnen aangegeven wat voor ons het inhoudelijk vertrekpunt is, ons kompas. Deze passage herhalen we hier graag. In de strategische visie Venlo 2030 heeft de stad gekozen voor het profiel van een economisch krachtige, maar ook een sociaal vitale stad,’ Venlo Kansenstad’. Onze succesvolle innovatieve en excellente stad met zijn kennisintensieve economie is nadrukkelijk ook een stad met een warm kloppend hart. Niet alleen met een goed oog voor ondernemerschap en zakelijk talent, maar ook voor de menselijke maat en datgene wat wonen in Venlo zo fijn en vertrouwd maakt. We zijn trots op wat we zijn en waartoe onze gemeenschap in staat is.

    In de in deze begroting opgenomen afzonderlijke raadsprogramma's vindt u de wijze waarop wij de kaderstelling door  uw raad hebben verwerkt. Hieronder treft u een aantal ontwikkelingen aan welke op dat moment van de kadernota niet waren voorzien of waar eventuele bijstelling heeft plaats gevonden.

    Leidend voor ons handelen in deze bestuursperiode zijn de ambities en afspraken zoals we die hebben vastgelegd in het coalitieakkoord ‘Verbinden vanuit Vertrouwen en Verantwoordelijkheid’.  Leidend voor ons wat betreft de besluitvorming, leidend voor de organisatie wat betreft handelingsrepertoire . In de bijlage 'Coalitieakkoord' van deze begroting treft u de voortgang aan met betrekking tot de in dit programma opgenomen afspraken. Zoals aangegeven in de kadernota hebben wij ervoor gekozen om in ieder geval van start te gaan met die ambities die een relatief bescheiden middelenbeslag kennen. Deze kunnen in de meeste gevallen door herschikking binnen bestaande budgetten en bestaande formatie snel worden opgepakt.

    Een belangrijke rode draad uit het coalitieakkoord ‘Verbinden vanuit vertrouwen en verantwoordelijkheid’ is de ambitie om in Venlo daadwerkelijk te werken aan een nieuwe relatie tussen het (lokaal) bestuur en onze inwoners. Dit is een ambitie die is geworteld in de overtuiging dat inwoners (soms met enige hulp) heel goed in staat zijn om zelf tot oplossingen en waardevolle bijdragen te komen. Oplossingen die vaak niet alleen beter zijn dan degene die wij als overheid zouden hebben bedacht, maar wellicht belangrijker nog ook kunnen rekenen op maatschappelijk enthousiasme en draagvlak. Recente ervaringen met co-creatie maar in het verleden ook de opbrengsten uit de raadswerkgroep SAM en VenloDroom hebben ons in dat opzicht veel geleerd.

    Wij vragen van onze ambtenaren om zich tot die door ons gewenste relatie met onze inwoners te verhouden. Maar dat verwachten wij echter ook van ons zelf, het gemeentebestuur. En ook hier blijkt de praktijk vaak nog weerbarstig. Wij zien volop mogelijkheden om op basis van deze insteek met concrete voorstellen aan de slag te gaan.

    Op 2 september jl. heeft u zich als gemeenteraad gezamenlijk verdiept in dit onderwerp en heeft u zich de vraag gesteld wat u van ons en van de gemeentelijke organisatie moet verwachten, wat u bij ons zou moeten 'bestellen'. En wellicht belangrijker nog, onder welke randvoorwaarden het bestuur en de organisatie zaken zou kunnen loslaten en wat daarbij nadrukkelijk van u als raad wordt verwacht.

    Tijdens deze avond hebben wij verschillende aanknopingspunten gezien welke input kunnen zijn voor een nadere aanscherping of bijstelling van het gemeentelijk beleid of de wijze waarop wij hieraan in Venlo invulling geven. Op basis hiervan gaan wij aan de slag om samen met u, de ambtelijke organisatie, maatschappelijke partners en inwoners hieraan in 2016 verder concreet invulling te geven.

    De nog niet toegewezen taakstellingen en besparingsdoelen uit het coalitieprogramma  hebben wij in deze begroting taakstellend, kortom concreet als financiële dekking opgenomen. Een voorbehoud hebben wij gemaakt ten aanzien van de voorziene taakstelling op het ruimtelijk-fysiek domein. Deze is door ons afhankelijk gemaakt van de uitkomsten van de organisatie- en formatiedoorlichting die dit najaar binnen dit domein zal plaats vinden.

    Zoals eerder in de kadernota opgemerkt is de verwachting dat we in 2016, halverwege de huidige bestuursperiode, ook halverwege de realisatie van onze bestuurlijke ambities zullen zijn.

    In juni stelde u de cultuurnota 2015-2018 vast, met als ondertitel Focus, Samenhang en Samenwerking. De focus ligt op een beleidsagenda die vijf thema’s kent, i.c.  ‘Regionalisering’, ‘Horizontale programmering’,  ‘collectieve promotie en marketing', Cultuur in de Wijk’ en 'Cultuureducatie'. Nadrukkelijk legt deze nota ook de relatie met het sociaal-maatschappelijk domein, waar cultuur als belangrijk sociaal bindmiddel en participatie-instrument kan worden ingezet. In het nieuwe cultuurbeleid is voorzien in een betere werkorganisatie (het Cultuurplatform) en een nieuw Cultuurfonds ten behoeve van de uitvoering van het gezamenlijke beleidsplan. De uitgaven voor cultuur liggen in Venlo op een iets beneden gemiddeld, maar zeker nog acceptabel niveau, vergeleken met andere steden van vergelijkbare omvang. Tegen deze achtergrond hebben wij, ondanks de stevige financiële opgave, in deze begroting geen verstrekkende  voorstellen meer opgenomen die het cultuurdomein raken.  Bij het thema 'Regionalisering' staat, analoog aan het door uw raad genomen initiatief 'De Grens', ook de versterking van de relatie met Duitsland op het programma. Voor Museum van Bommel van Dam wordt het traject naar verzelfstandiging voortgezet.

    En daar waar cultuur niet alleen van belang is als sociaal bindmiddel, maar ook als uithangbord voor onze stedelijke ontwikkeling en ambities zo is dat ook met Cradle to Cradle (C2C). 2016 wordt voor Venlo het jaar waarin wij de wereld willen laten zien wat de potentie is die C2C biedt voor een betere, schonere en eerlijkere wereld. De opening van ons nieuwe C2C-stadskantoor vormt het volgend jaar in dit verband een hoogtepunt. In deze begroting hebben wij voor 2016 een incidenteel bedrag opgenomen van €250.000,- om dit mogelijk te maken. Op dit moment bereiden wij de aanpak hiervoor voor.

    Verder zijn wij voornemens om per project de mogelijkheden voor Cradle to Cradle in beeld te brengen en werken we de routekaart naar energieneutraliteit uit. In 2016 zetten we verder de in 2015 ingezette  accentverschuiving ‘van reguleren naar stimuleren’ voort en wordt de regionale Visie Energie (acht gemeentes Noord-Limburg) als uitwerking van het Provinciaal Omgevingsplan 2014 opgeleverd.

    Bij alle relevante deelpunten hierboven wordt optimaal het gedachtegoed van C2C als drijvende succesfactor voor sterke steden in de samenleving verspreid, en als innovatief ontwerpprincipe voor zowel gebouwen als gebieden toegepast (zoals bijvoorbeeld C2C in de plannen  Kazernekwartier is uitgewerkt), met als doel Venlo met dit thema blijvend als koploper op de kaart te zetten. Venlo neemt haar ambities op C2C-gebied zeer serieus.

    In juni presenteerde de heer Gadet u zijn bevindingen over de ontwikkeling van 'Venlo Kennisstad'. En hoewel zijn bevindingen op zichzelf niet nieuw waren, benadrukte hij wederom de noodzaak om als stad door te gaan op de ingeslagen weg. Een inspanning die op dit moment, zeker tegen de achtergrond van de waarschuwende signalen die wij van de provinciaal toezichthouder ontvingen over ons weerstandsvermogen, onze mogelijkheden overstijgen. Daarom zijn wij voornemens om nog in 2015 met het provinciebestuur in overleg te treden om te bezien op welke wijze en in welke tempo er gezamenlijke stappen kunnen worden gezet op zowel het dossier rondom de Brightlandscampus, als ten aanzien van de verdere ontwikkeling van centrumstad Venlo, waaronder de herontwikkeling van onze binnenstad, inclusief het kazerneterrein.

    Op basis van onze eigen stedelijke ambities en een grondige inventarisatie van bestaande en voorgenomen activiteiten en projecten proberen wij bestuurlijk de verbinding te zoeken met de provinciale ambities en mogelijkheden om gezamenlijk hierop in financiële zin op te trekken. Uiteraard zullen wij u informeren over de uitkomsten van dit overleg en u zo nodig daartoe strekkende voorstellen of begrotingswijzigingsvoorstellen voorleggen.

    Naar verwachting zal de volledige inwerkingtreding van de nieuwe Omgevingswet in 2018 plaatsvinden. Hierop vooruitlopend zal Venlo als pilotgemeente in nauw overleg met het rijk en vier andere gemeenten een gemeente-gebiedsdekkend Omgevingsplan opstellen. Dit Omgevingsplan vervangt te zijner tijd onder andere bestemmingsplannen. Begin  2016 zullen we u, in goed overleg met de werkgroep uit uw raad, een uitgangspuntennotitie voor het nieuwe Omgevingsplan voorleggen en vervolgens een concept ‘Omgevingsplan Venlo’ opstellen. Tenslotte zal er in 2016 nieuw reclamebeleid voor winkelcentra in de kernen (volgend op dat voor het centrum) worden opgesteld

    Het landelijk beleid met betrekking tot het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen wordt verscherpt (wetgeving) met als hoofddoel het realiseren van schoon (grond)water. Vanaf november 2015 is het professioneel gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen op verhardingen verboden. Er zal een voorstel uitgewerkt worden om uw raad nader te informeren over de consequenties en keuzemogelijkheden.

    Afgezien van eigen ambities en veranderende wet- en regelgeving kampt onze organisatie daarnaast ook met een aantal hardnekkige vraagstukken op het gebied van de eigen bedrijfsvoering. Zo laat het parkeerbedrijf al een aantal jaren een tegenvallende opbrengst zien als het gevolg van de daling van de  betaalde parkeerduur in onze binnenstad. De organisatie is opdracht gegeven in 2015 onderzoek te doen in relatie tot de parkeerbehoefte en dit verder uit te werken zodat eventuele gevolgen meegenomen kunnen worden in de VoRap 2016 en begroting 2017-2020.

    Daarnaast hebben ook onze binnensportaccommodaties te kampen met een afname van het betaalde gebruik, hetgeen naar verwachting in 2016 en daarna zal leiden tot een bijstelling van € 120.000 aan lagere inkomsten.

    In 2016 vervolgt Venlo de ingeslagen weg wat betreft de verdere doorontwikkeling van het sociaal domein. Dit tegen de achtergrond van een waarschijnlijk stevige financiële opgave. En hoewel wij optimistisch zijn over de wijze waarop het sociale domein langzamerhand gestalte begint te krijgen zijn we evenmin onbezorgd. Op dit moment verwachten we voor dit takenpakket immers een inkomstendaling (ten opzichte van de historische uitgaven) van ongeveer € 10 miljoen. En dat is meer dan een flinke kluif, zeker wanneer hierbij dient te worden opgemerkt dat Venlo bij de verdeling van deze middelen tot de groep nadeelgemeenten behoort. In de afgelopen twee jaar is er door de organisatie hard gewerkt aan de voorbereiding, de klus is echter nog niet geklaard.

    Als centrumgemeente voor Noord- en Midden-Limburg heeft Venlo, binnen het hiervoor genoemde takenpakket en als onderdeel van de genoemde € 10 miljoen,  te maken met een te verwachten korting op de middelen voor beschermd wonen. Daarover zijn wij in gesprek met de regiogemeenten. Daarnaast worden wij in de komende jaren geconfronteerd met een korting op de middelen voor de WSW. Het is van belang dat wij aan deze korting ook in beleidsmatige zin invulling geven. Voor het geheel van deze financiële problematiek hebben wij afgelopen jaar reeds op nationaal niveau, via de VNG en G32, stevige aandacht gevraagd.

    In de voortgangsrapportage (vorap) en de recent verschenen raadsinformatiebrief over deze thematiek heeft u kunnen lezen waar wij als Venlo op dit moment wat betreft ontwikkeling staan. Uiteraard houden wij u over de verdere voortgang op de hoogte.

    Op het gebied van werkgelegenheidsontwikkeling hebben wij in 2015 niet stil gezeten. In het voorjaar van 2015 heeft de gemeente Venlo een strategisch akkoord gesloten met de werkgevers, het onderwijs en het UWV in de stad over verbeteringen op het gebied van werkgelegenheid en arbeidsmarkt (het START-akkoord). Analoog hieraan is regionaal  voortvarend aan de slag gegaan met de oprichting en inrichting van het Regionaal Werkbedrijf en de doorontwikkeling van het Werkgeversservicepunt. Als centrumgemeente voert Venlo deze taken voor de Regio Noord-Limburg uit en is Wethouder Tax benoemd tot bestuurlijk voorzitter van het Regionaal Werkbedrijf Noord-Limburg. In 2016 zal de focus met name liggen op de regionale invulling van de banenafspraken die het rijk met overheden en het bedrijfsleven gemaakt heeft.

    Venlo staat als vestigingsplaats weer volop in de belangstelling en dat betaalt zich uit. In grondverkopen en, wellicht belangrijker nog, in werkgelegenheid. Zo betekende de aangekondigde komst afgelopen voorjaar van zowel Groep Heylen als Prologis naar Venlo een te verwachten werkgelegenheidsgroei van ruim 600 banen. En dat is meer dan belangrijk in een tijd waarin het hebben betaald werk minder vanzelfsprekend is geworden dan dat in de afgelopen jaren is geweest.

    Resumé
    Het geheel aan ontwikkelingen overziend is er in Venlo sprake van een forse bestuurlijke ambitie. Onze beleidsinhoudelijke opgaven zijn behoorlijk en onze budgettaire armslag in relatie daartoe relatief gering.

    Het is waar, aan ambitie ontbreekt het onze stad niet. Venlo heeft zich in het afgelopen decennium ontwikkeld tot een stad die erbij hoort, op de kaart staat. Waar jonge mensen in collegebanken of fietsend langs de Maas dromen over een wereld die mooier, duurzamer en eerlijker is dan die van vandaag. Waar we ons thuis voelen in een gemeenschap die gastvrij is en hen omarmt die onze steun en aandacht het meest nodig hebben. Een stad die omziet en niet uitsluit.

    Venlo vernieuwt, onafgebroken. Zo openen we in 2016 ons nieuwe C2C-stadskantoor aan de Maas, we hebben majeure investeringsplannen voor de Brightlands Campus en het kazerneterrein én we willen een stad zijn die inwoners aanspreekt en aanspoort hun verantwoordelijkheid te nemen, zonder daarbij degenen die mede van onze ondersteuning afhankelijk zijn te veronachtzamen. Venlo geeft zijn inwoners de ondersteuning die zij nodig hebben. Het afgelopen jaar hebben we daarvoor samen een stevig fundament gelegd onder de transformatie die de komende jaren nog gestalte moet krijgen. De sterke sociale stad, de Kansenstad zoals we die voor ogen hadden bij de vaststelling van de Visie Venlo 2030 in maart 2010.

     De economische recessie heeft echter ook een stevige wissel getrokken op ons weerstandsvermogen en op ons investeringsvermogen. Dat betekent dat er een zekere balans moet bestaan tussen de begrotingsvoorstellen die een bijdrage dienen te leveren aan de stedelijke ontwikkeling op middellange termijn en de in deze begroting opgenomen voorstellen die daarvoor op korte termijn de budgettaire ruimte moeten bieden. Hiertoe verwijzen wij u naar hoofdstuk waar het budgettair kader waarin in financiële zin de voorstellen zijn  verwerkt zoals die zijn opgenomen in deze begroting.

    Leeswijzer
    De Programmabegroting 2016-2019 is als volgt opgebouwd. In dit hoofdstuk is een beleidssamenvatting van de algemene ontwikkelingen en de ontwikkelingen binnen de programma’s opgenomen. Deze ontwikkelingen zijn van invloed op de afwegingen, kaders en mogelijkheden zoals in deze Programmabegroting opgenomen.

    Hoofdstuk 2  bevat de financiële context en het budgettair meerjarenkader ten opzichte van de vorige Programmabegroting. Het bevat ook de voorstellen, ontwikkelingen en oplossingen die hebben geleid tot de voorliggende Programmabegroting.

    In hoofdstuk 3 wordt de zetelverdeling in de gemeenteraad gepresenteerd en de verdeling van de verschillende portefeuilles over de burgemeester en wethouders.

    In hoofdstuk 4 komt het beleidsmatig deel van de begroting 2016-2019 aan de orde. Hierin staan per programma de strategische en tactische doelstellingen van het programma,  de wijze waarop deze gerealiseerd gaan worden en hoeveel dit kost (beantwoording van de  3 W-vragen: Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat mag het kosten?).

    Hoofdstuk 5 bestaat uit de verplichte paragrafen uit het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV), aangevuld met de paragraaf "Financieel perspectief decentralisaties sociaal domein".

    In hoofdstuk 6 tenslotte gaan we per programma in op het zogenaamde financieel deel van de begroting en de opbouw van de budgetten vanuit de stand ontwerpbegroting 2015. De Programmabegroting sluit af met een aantal bijlagen.