Doelmatigheid financiering

    Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities is de derde doelstelling uit het treasurystatuut. Hierin wordt met name invulling gegeven door te werken met integrale financiering. Dit houdt in dat niet voor iedere investering een aparte lening wordt aangetrokken, zoals zou plaatsvinden indien projectfinanciering zou worden gehanteerd, maar dat het totaal van investeringen wordt gefinancierd. De rentelasten hiervan worden vervolgens via een administratieve rekenrente omgeslagen naar de producten en maken vervolgens deel uit van de programma’s. Deze methode is minder arbeidsintensief dan projectfinanciering. Daarnaast heeft integrale financiering met renteomslag een stabiliserend effect op de begroting.

    Conform de uitgangspunten in de kadernota 2016 wordt in de begroting 2016 een administratieve rekenrente gehanteerd van 3,75%. (In voorgaande jaren bedroeg de administratieve rekenrente 5%.)

    Het rentepercentage over de opgenomen leningen bedraagt in 2016 gemiddeld 3,73% rente. Doordat er 3,75% wordt doorbelast naar de producten ontstaat er slechts een minimaal financieringsresultaat. Met andere woorden, de rente die aan de producten wordt doorbelast benadert de werkelijk betaalde rente.