2 Openbare orde en Veiligheid

    Inleiding

    Het programma Openbare Orde en Veiligheid is bijzonder omdat het naast de bevoegdheid van de bestuursorganen raad en college in het bijzonder de bevoegdheid van het bestuursorgaan burgemeester raakt. Verder zijn de taken die gerelateerd zijn aan openbare orde en veiligheid het exclusieve domein van de overheid (publieke domein in model van zelfsturing).

    Met behulp van de doelenboom in de volgende paragraaf wordt schematisch weergegeven  welk strategisch kader de gemeente hanteert en welke doelstellingen de gemeente met de uitvoering van dit programma wil realiseren.

    Wat willen we bereiken?

    Strategische doelstelling

    Strategische doelen
    Zoveel mogelijk samen met de inwoners invulling geven aan de veiligheid (in wijken en buurten)

    Tactische doelen

    Tactische doelen

    • Bevorderen van (het gevoel van) veiligheid
    • Voorzien in crisisbeheersing en bestrijding van rampen
    • Voorzien in adequate brandweerzorg

    Het programma Openbare orde en Veiligheid levert een bijdrage aan het bereiken van het perspectief  ‘Vitale Gemeenschappen’ uit de Regiovisie ‘Regio in Balans’.
    In de Strategische Visie 2030 wordt gesteld dat op buurtniveau de saamhorigheid sterk is toegenomen en daardoor de onveiligheid ‘sterk‘ is gedaald. Dit beeld maakt dat de gemeente zich sterk wil richten op het buurt- en wijkniveau voor de veiligheid in de brede zin van het woord.
    Venlo vervult op verschillende onderdelen van dit programma een functie die verder reikt dan die voor de eigen inwoners (bijvoorbeeld Veilig Thuis, het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling).

    In de Sociale Structuurvisie Venlo 2022  ‘Ik ken jouw naam, jij de mijne. Samen zijn wij Venlo’ is de belangrijkste opgave voor het sociale domein verwoord als ‘het vermogen van de stad om iedere inwoner van Venlo een veilige leefomgeving te bieden met voldoende mogelijkheden om mee te doen’. Het programma Openbare orde en Veiligheid levert met name een bijdrage aan de kernopgave ‘Iedereen heeft recht op een veilig bestaan en werkt mee aan een veilige leefomgeving’ uit deze visie.

    Je veilig voelen c.q. veilig zijn, is de basis om te kunnen functioneren, om mee te kunnen doen en om je te kunnen ontwikkelen. Je wilt leven in een omgeving zonder (huiselijk) geweld, waarin eenieder zich aan de regels houdt, met  veilige woningen en gebouwen. Een omgeving waarin je als persoon, wie je ook bent of wat je achtergrond ook is, wordt gerespecteerd.
    Veiligheid is vanuit dat beeld een verantwoordelijkheid van ons allemaal. Is de veiligheid echter in het geding, dan grijpt de overheid resoluut in. Wetten worden gehandhaafd en er wordt toegezien op de openbare orde.
    De wettelijke basis voor het handelen van de overheid is onder meer te vinden in de Gemeentewet, de Politiewet (2013) en de Wet op de veiligheidsregio’s. De rol van de lokale overheid is in deze wetgeving vastgelegd en is in de afgelopen jaren geëvolueerd van een regel- en handhavingsrol naar een meer omvattende regierol op het gebied van openbare orde en veiligheid.
    Met de invoering van de nationale politie (2013) heeft een wijziging plaatsgevonden in de verantwoordingsstructuur. De burgemeester voert gezag op openbare orde en hulpverlening; de officier van justitie voert gezag op strafrechtelijke handhaving. In de ‘driehoek’ bepalen burgemeester, politie en openbaar ministerie het beleid en de taakuitvoering van de politie. Feitelijk worden afspraken gemaakt over wat de politie doet, waarbij het integraal veiligheidsbeleid de basis is.  Het beheer, waaronder de huisvesting,  van de (nationale) politie is een verantwoordelijkheid van de Minister van Veiligheid en Justitie.

    Belangrijke elementen uit de nieuwe Politiewet:

    • De feitelijke inrichting van de politieregio’s is herzien: er is één politie-eenheid Limburg. De burgemeester van Maastricht is regioburgemeester;
    • De regioburgemeester heeft, na afstemming met de gemeenten in Limburg (33), periodieke afstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie en de overige regioburgemeesters (artikel 19 ‘Overleg’);
    • Afstemming over politiezaken vindt op verschillende niveaus plaats: in het regionaal bestuurlijk overleg (RBO; schaal politie-eenheid Limburg) en het Algemeen Bestuur van de  Veiligheidsregio Limburg-Noord (districtelijk niveau, (1));
    • De gemeenteraad dient eenmaal in de vier jaar doelen op het gebied van veiligheid vast te stellen.

    (1) Daarnaast wordt op lokaal niveau overleg gevoerd: lokale driehoek en externe staf.  

    Vanuit dit kader is de strategische doelstelling van dit programma als volgt geformuleerd:

    Zoveel mogelijk samen met de inwoners invulling geven
    aan de veiligheid (in wijken en buurten)

    Wat gaan we daarvoor doen?

    Zowel de wettelijke basis als de regierol (2) op het gebied van de openbare orde en veiligheid vraagt om een beleidsmatige aanpak van de hieruit voortvloeiende opgave. De vormgeving daarvan vindt plaats in een integraal veiligheidsplan (3) met een looptijd van vier jaar.  In 2015 wordt een nieuw plan opgesteld  voor de periode 2016-2019.

    (2) De gemeente heeft de regierol op het lokale veiligheidsbeleid (artikel 172 lid 1 Gemeentewet). Door het vaststellen van lokale doelen op het gebied van veiligheid, kan zij sturing geven aan lokale veiligheid en daarmee haar regierol invullen.
    (3) In artikel 38b, lid 1 Politiewet is in dit kader de taak voor de gemeenteraad vastgelegd: de gemeenteraad stelt ten minste eenmaal in de vier jaar de doelen vast die de gemeente op het terrein van veiligheid nastreeft door handhaving van de openbare orde en de hulpverlening door de politie. Op basis van de door de gemeenteraden vastgestelde doelen, de geprioriteerde thema’s vanuit het Openbaar Ministerie en de inbreng vanuit de landelijke veiligheidsagenda, stelt de politie binnen de betreffende eenheid haar beleidsplan op.

    Onze ambitie voor dit programma, zoals geformuleerd in de strategische doelstelling,  reikt verder dan 2016. Maar om die ambitie op de lange(re) termijn te kunnen waarmaken, worden in 2016 de hierna genoemde  concrete inspanningen geleverd. Deze inspanningen worden in de jaren daarna natuurlijk doorgezet  maar de intensiteit kan verschillen van de inzet in 2016.

    Het bevorderen van (het gevoel van) veiligheid
    In 2015 is het Integraal Veiligheidsbeleid 2011-2014 geëvalueerd. Deze evaluatie wordt gebruikt bij het formuleren van het nieuwe veiligheidsbeleid voor de periode 2016-2019. Bij het opstellen van dit beleidsplan worden  partners intensief betrokken: burgers, maatschappelijke partners, bestuur en gemeenteraad. Echter, gezien het feit dat veiligheid zich voornamelijk in het domein van de overheid bevindt, is er bij het opstellen van het nieuwe beleidsplan sprake van een beperkte mate van co-design (zie onderstaande figuur).

    BURGER (openbaar domein)

    TYPE 1 : B

    (loslaten) 

    TYPE 2 : B-o

    CO-CREATIE

    OVERHEID (publiek domein)

    TYPE 3 : O-b

    CO-DESIGN

    TYPE 4 : O

    (puur overheid)

    Op basis van huidige inzichten wordt in het nieuwe veiligheidsbeleid minimaal aandacht besteed aan de volgende onderwerpen:

    • Veiligheids- en leefbaarheidsvraagstukken op wijkniveau. In 2015 is hiervoor o.a. het concept Buurt Bestuurt verkend. Bekeken wordt in hoeverre (elementen van) Buurt Bestuurt geïntegreerd kan (kunnen) worden in  bestaande concepten als wijkgericht werken, Huis van de Wijk en sociale wijkteams. Dit vanuit het perspectief dat Buurt Bestuurt een waardevolle aanvulling zou kunnen zijn om samensturing en burgerparticipatie verder te ontwikkelen. Afhankelijk van de resultaten wordt (worden elementen van) Buurt Bestuurt in de toekomst in meerdere wijken van Venlo toegepast.
    • De aanpak van wijkoverstijgende veiligheidsvraagstukken, bijvoorbeeld:
    1. Drugsaanpak;
    2. (Jongeren)overlast;        
    3. Bestuurlijke aanpak georganiseerde misdaad;
    4. Afstemming juridische keten en zorgketen (zoals Veilig Thuis en het Zorg- en Veiligheidshuis).

    In de uitvoering van het plan wordt nadrukkelijk aandacht gevraagd voor de inzet van onze partners waarbij gezamenlijk gestelde prioriteiten het uitgangspunt vormen.

    Het voorzien in crisisbeheersing en bestrijden van rampen
    De Wet op de veiligheidsregio’s overweegt in de pre-ambule dat ‘het wenselijk is om de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening, met behoud van lokale verankering bestuurlijk en operationeel op regionaal niveau te integreren, teneinde een doelmatige en slagvaardige hulpverlening te verzekeren, mede op basis van een gecoördineerde voorbereiding’.

    Op het gebied van de brandweerzorg, crisisbeheersing en rampenbestrijding is de Veiligheidsregio Limburg-Noord (VRLN) de coördinerende en bepalende instantie (4). Het betreft een vorm van verlengd bestuur. De VRLN organiseert namens, en in opdracht van de 15 gemeenten in Limburg-Noord, de taken op het gebied van crisisbeheersing en rampenbestrijding.

    (4) De gemeenten in Noord- en Midden-Limburg hebben daarnaast ook zelf een aanvullende verantwoordelijkheid  voor uitvoerende taken bij het bestrijden van rampen en het weer op gang brengen van het dagelijks leven erna.

    De VRLN heeft een reorganisatie ingezet waarvan het harmonisatieproject een onderdeel is. De gemeente Venlo is betrokken bij de uitvoering van het project. Met de afronding van dit project worden de volgende doelen gerealiseerd c.q. producten opgeleverd:
    •   Een geharmoniseerde producten- en dienstencatalogus;
    •   Een geharmoniseerde begroting;
    •   Een geharmoniseerde kostenverdeelsleutel.

    De VRLN heeft met betrekking tot rampenbestrijding en crisisbeheersing een aantal taken over de belangrijkste partners verdeeld:
    •   Politie (‘blauwe kolom’);
    •   Brandweer (‘rode kolom’);
    •   Geneeskundige hulpverlening (GHOR,  ‘witte kolom’);
    •   Bevolkingszorg (gemeente,  ‘oranje kolom’).

    In 2015 is gewerkt aan de doorontwikkeling van de oranje kolom. Onder regie van de VRLN zijn binnen het project Oranje Kolom sleutelfuncties op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing benoemd. Aan iedere functie is een  paraatheidsprofiel gekoppeld met opkomsttijden. Ook is een indeling gemaakt in functies die bovenlokaal (dus op de schaal van 15 gemeenten) worden ingevuld en functies die lokaal of interlokaal (tussen enkele gemeenten) worden ingevuld. De beoogde invulling van de Oranje Kolom is gerealiseerd. In de komende periode is het belangrijk te leren van ervaringen en oefeningen.
    Voor Venlo is het van belang om, ondanks het bovenlokaal invullen van bepaalde functies, de kwaliteit op hetzelfde niveau te houden dan wel te verbeteren.

    Daarnaast hebben zich in andere ‘kolommen’ ontwikkelingen voorgedaan. Zo heeft de politie (blauwe kolom) in 2013 de nationale politie ingevoerd. Hiermee is een wijziging in de verantwoordingstructuur doorgevoerd. Tevens heeft er binnen de politie een, nog niet afgeronde, reorganisatie plaatsgevonden.
    Binnen de rode kolom (brandweer) wordt op basis van een brandweerorganisatieplan een aantal organisatorische wijzigingen doorgevoerd. Deze hebben invloed op de efficiency van de brandweerzorg (zie ook Het voorzien in adequate brandweerzorg).

    Omdat crisissituaties gelukkig in het echt zelden voorkomen, is het zaak deze situaties te oefenen. In 2015 heeft een grootschalige oefening ‘Waterkracht’ plaats gevonden. Hiermee is de crisisbeheersing bij zeer hoog water geoefend, inclusief de inzet van defensie-onderdelen.

    Tenslotte bereidt de VRLN een regionaal risicoprofiel voor. Hierin worden alle risico’s afgewogen  en wordt een prioritering gemaakt. Deze prioritering is de basis voor de komende beleidsperiode.

    Het voorzien in adequate brandweerzorg
    In 2015 is zowel een nieuw beleidsplan VRLN als een nieuw brandweerorganisatieplan opgesteld waarbij de nadruk wordt gelegd op het beheersen en beperken van risico’s zodat repressieve inzet wordt beperkt.
    In het brandweerorganisatieplan beschrijft de VRLN brandweerzorg als risicobeheersing en incidentbestrijding. Het plan voorziet zowel in repressieve als preventieve maatregelen om de dekking in Limburg-Noord zo optimaal mogelijk te maken, mede in relatie tot de beschikbare financiering. Het plan is tot stand gekomen met medewerking van postcommandanten, medewerkers van specifieke posten en bestuurders.
    Afgesproken is om de gemaakte keuzes, met name met betrekking tot het behoud van gebouwen (kazernes) en de inzet van materieel, te blijven monitoren. Over beide plannen zal eind 2015 besluitvorming, zowel in de gemeenten als in de VRLN, plaatsvinden. Het zal duidelijk zijn dat de uitvoering van de plannen in de komende jaren de kwaliteit van de brandweerzorg zullen bepalen.

    Indicatoren

    Indicator JR 2014 2016 2017 2018 2019
    Aandeel inwoners dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt 24 0 0 0 0
    Bron: Veiligheidsmonitor. De indicator is een samengestelde indicator en geeft de gepercipieerde kans op slachtofferschap (zakkenrollerij, beroving, woninginbraak, mishandeling). In het kader van het nieuwe Integrale Veiligheidsbeleid wordt onderzocht of voor deze indicator een ambitieniveau kan worden bepaald.
    Het nemen van maatregelen op het gebied van criminaliteitspreventie (somscore) 0 0 0 0 0
    In het kader van het nieuwe Integrale Veiligheidsbeleid wordt onderzocht of voor deze indicator een ambitieniveau kan worden bepaald.

    Wat mag het kosten?

    Middelen programmma L/B 2015 2016 2017 2018 2019
    Openbare orde en Veiligheid Baten 26 26 26 26 26
    Openbare orde en Veiligheid Lasten 10.635 10.538 10.160 10.161 10.159
    Saldo exploitatie -10.609 -10.512 -10.134 -10.135 -10.133
    Saldo na verekening reserves -10.609 -10.512 -10.134 -10.135 -10.133

    Relevante beleidskaders

    De volgende documenten hebben een relatie met dit programma:

    • Strategische visie ‘Regio in Balans’;
    • Strategische visie Venlo 2030;
    • Sociale Structuurvisie Venlo 2022 ‘Ik ken jouw naam, jij de mijne. Samen zijn wij Venlo’;
    • Coalitieprogramma ‘Verbinden vanuit Vertrouwen en Verantwoordelijkheid’;
    • Beleidsplan Veiligheidsregio Limburg-Noord 2011-2015 ;
    • Integraal veiligheidsplan ‘Venlo duurzaam veilig 2011-2014’.

    Relaties met andere programma's

    Het programma Openbare orde en Veiligheid heeft betrekking op een kerntaak van de gemeente en heeft als zodanig raakvlakken met alle andere programma's.