Waarom hebben we dit budgettair kader?
Voor de uitvoering van de nieuwe wetgeving voortvloeiend uit de drie decentralisaties is een financieel kader opgesteld om te bepalen welke middelen mogen worden ingezet voor de uitvoering daarvan. Het kader is opgebouwd vanuit de integratie uitkering sociaal domein die we van het rijk krijgen en wordt uitgebreid met middelen uit bestaande budgetten, die de integraliteit van de uitvoering helpen bevorderen. Naast het bevorderen van integraliteit wordt ook gestreefd naar substitutiemogelijkheid van middelen. Een voorbeeld hiervan is de dekking van de begeleiding in de Huizen van de Wijk (waar ook beperkt WsW doelgroep gebruik van maakt) met middelen uit de WMO.
Wat zijn de uitgangspunten van het budgettair kader?
Voor de middelen voor de nieuwe en aangepaste wettelijke taken hanteren we de volgende uitgangspunten:
- De middelen die we via het rijk krijgen in de integratie uitkering zijn kaderstellend voor de wijze waarop er in Venlo aan de verantwoordelijkheden invulling wordt gegeven. Kortom, een ontwerpeis aan het beleid, vooraf;
- De raad van Venlo heeft besloten om deze middelen gedurende drie jaar voor dit doel te oormerken;
- Mochten er in deze periode middelen binnen de drie decentralisaties in enig jaar overblijven dan zullen deze gereserveerd worden;
- De besparingen die op de WMO in 2013 en 2014 zijn gerealiseerd, zijn opgenomen in een reserve 3 D’s (hoogte per 1/1/2015 5,4 mln);
- De middelen die zijn gemoeid met de uitvoering van prestatieveld 6 uit de oude WMO (HBH, woningaanpassingen, collectief vervoer, rolstoelen etc.) worden ook toegevoegd aan het budgettair kader. De taken maken deel uit van de nieuwe WMO;
- Alle overige bestaande begrotingsposten die direct bijdragen aan de uitvoering van deze wetgeving worden ook toegevoegd aan het budgettair kader.