De vervangingsinvesteringen bestaan uit reeds eerder gevoteerde kredieten en nieuw aangedragen voorstellen. Hieronder worden de nieuwe aangedragen voorstellen afzonderlijk toegelicht.
16-102 Levensduur verlengend onderhoud buitensportaccomodatie
Jaarlijks is op het investeringsplan een krediet voor levensduur verlengende onderhoudsmaatregelen t.b.v. buitensportparken opgenomen. Deze diverse investeringen op de sportparken zijn nodig om de levensduur te verlengen. Het betreft o.a. toplaagrenovaties, sportvelddrainage, het vervangen van toegangswegen of hekwerken, aanpassing sportveldverlichting. Het voorstel is om vanaf 2016 het krediet weer beschikbaar te stellen zodat het onderhoudspeil van de buitensportparken van voldoende niveau blijft.
16-105 Begraafplaatsen 2016
In het onderhoudsplan voor de vier gemeentelijke begraafplaatsen wordt twee jaarlijks voorzien in diverse onderhoudswerkzaamheden.
16-106 Aanschaf vrachtwagen 2016
In het jaar 2016 is de reguliere vervanging van 1 vrachtwagen voorzien. Het betreft een voertuig welk geheel is afgeschreven en uit oogpunt van efficiënte bedrijfsvoering vervangen dient te worden. Termijn afschrijving krediet 10 jaar.
16-113 Vervanging Materiaal Gladheidsbestrijding 2016
Voor de gladheidsbestrijding wordt binnen de gemeente Venlo vanaf 2008 volgens de nat strooi methode gewerkt. Dit houdt in dat voor het strooien een zoutoplossing wordt samengesteld. Voor het maken van deze zoutoplossing is een zoutmix installatie nodig. Deze zoutmix installatie wordt in 2016 vervangen.
16-115 Vervanging veegwagens parkeergarages 2016
In het jaar 2016 is de reguliere vervanging van diverse werktuigen voorzien welke voor de reiniging van de parkeergarages worden ingezet. Het betreft werktuigen welke geheel zijn afgeschreven en uit oogpunt van efficiënte bedrijfsvoering vervangen dienen te worden.
16-120 Vervanging beeldschermen 2016
Vervanging afdelingsspecifieke beeldschermen die bestemd zijn voor het digitaal afhandelen van aanvragen.
16-122 Renovatie kleedaccomodatie Wallabies
Wallaby's is een rugbyclub die gebruikmaakt van een viertal kleedlokalen, scheidsrechterslokaal en materialenruimte op sportpark Maassenhof. Deze gemeentelijke accommodatie is afgeschreven en voldoet niet meer aan de eisen van hygiëne en veiligheid. Bouwkundig onderzoek heeft uitgewezen renovatie de accoumodatie weer optimaal te gebruiken is.
Naast Wallaby's maakt het Blariacumcollege ook gebruik van deze accommodatie. Nieuwbouw kost € 340.000. Renovatie 50% dus € 170.000.
16-123 KGV toplaag HCB
In 2001 is hockeyveld 1 van HCB op sportpark Maassenhof opnieuw aangelegd. Gedurende de afschrijvingstermijn van een veld (25 jaar) moet eenmaal de toplaag worden vervangen. In overleg met de club wordt dit in 2016 uitgevoerd om het veld adequaat en zonder risico te kunnen gebruiken. Gelet op het ledenaantal van de vereniging hebben ze het veld hard nodig om jeugd en senioren te kunnen laten trainen en spelen.
De kosten verbonden aan een toplaagrenovatie bedragen € 265.000. De vereniging wil in plaats van een zand ingestrooid veld een veld met een hogere kwaliteit (waterleiding en sproei-installatie en aanpassing veldopbouw). Een extra kwaliteitsniveau betekent meerkosten (€ 120.000) die voor rekening komen van de club en kostendekkend doorberekend worden door een huurverhoging gedurende de afschrijvingstermijn. Totale kosten van de investering bedragen
€ 385.000.
16-199 WMO hulpmiddelen
Jaarlijks investeringsbudget voor hulpmiddelen WMO.
16-111 E-HRM
De investering heeft betrekking op een volledige e-HRM suite inclusief de salarisverwerking. E-HRM legt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van HR bij managers en medewerkers. De gemeente Venlo maakt op termijn o.a. gebruik van de e-HRM modules Flex Benefits (cafetaria model en Individueel Keuze Budget), Verzuim Management, Self Service (voor medewerker en manager), Performance management (HR gesprekscyclus en medewerker ontwikkeling) en Digitaal Personeelsdossier.
De uitbreidingsinvesteringen bestaan uit reeds eerder gevoteerde kredieten en nieuw aangedragen voorstellen. Hieronder worden de nieuw aangedragen voorstellen afzonderlijk toegelicht.
16-002 Huisvesting UM in centrum
De Universiteit van Maastricht, die in 2016 met een brede bachelor-opleiding (University College) gaat starten in Venlo, heeft daarvoor nieuwe huisvesting nodig. De Gemeente is samen met Provincie en UM een traject opgestart om te komen tot een passende huisvesting in het centrum, waarbij een investeringsbijdrage van € 1,5 miljoen verwacht wordt.
16-003 Multimodale Ontwikkeling : Industriehaven
Voor de ontwikkeling van de industriehaven (inclusief verplaatsing jachthaven) en de railterminal wordt naast bijdragen van derden ook een bijdrage verwacht van de gemeente. De financiering van de onrendabele top gebeurt door een aantal partijen gezamenlijk. Volgens de huidige becijferingen zal een bedrag van € 8 miljoen opgenomen moeten worden als cofinanciering voor derde geldstromen. Na nauwkeurigere berekeningen en verdere gesprekken over PPS-constructies en bijdragen van EU, Rijk, Provincie en Deltaprogramma Water wordt de exacte bijdrage bepaald. Vooruitlopend op verdere concretisering stellen we voor om ons geschatte aandeel van de financiering ad € 8 miljoen op te nemen in de begroting waarbij we er van uitgaan dat dit een investering is in 2016, 2017, 2018 en 2019 van elk € 2 miljoen per jaar. De afschrijvingstermijn bedraagt 25 jaar.
Onder voorwaarde dat de gemeente Venlo de genoemde bijdrage levert, zal de provincie voor een vergelijkbaar bedrag bijdragen aan de financiering van de onrendabele top. Ook LHB neemt een gedeelte van de investering van
€ 2,5 miljoen voor haar rekening. Daarnaast lopen er gesprekken met het rijk (o.a. Deltaprogramma en programma Beter Benutten) over participatie in de ontwikkeling van de maasoever waaronder de industriehaven. Tevens wordt gekeken naar mogelijke subsidies vanuit Europa. Hiervoor zijn op dit moment nog geen concrete bedragen te noemen.
16-004 Multimodale Ontwikkeling : railterminal.
Voor de ontwikkeling van de industriehaven (inclusief verplaatsing jachthaven) en de railterminal wordt naast bijdragen van derden ook een bijdrage verwacht van de gemeente. De financiering van de onrendabele top gebeurt door een aantal partijen gezamenlijk. Volgens de huidige becijferingen zal een bedrag van € 8 miljoen opgenomen moeten worden als cofinanciering voor derde geldstromen. Na nauwkeurigere berekeningen en verdere gesprekken over PPS-constructies en bijdragen van EU, Rijk, Provincie en Deltaprogramma Water wordt de exacte bijdrage bepaald. Vooruitlopend op verdere concretisering stellen we voor om ons geschatte aandeel van de financiering ad € 8 miljoen op te nemen in de begroting waarbij we er van uitgaan dat dit een investering is in 2016, 2017, 2018 en 2019 van elk € 2 miljoen per jaar. De afschrijvingstermijn bedraagt 25 jaar.
De kosten van de aansluiting van de railterminal op het hoofdspoor bedragen circa € 30 mln. Uitgangspunt bij de onderhandelingen is dat het Rijk en de regio ieder 50% betalen. Het regionale deel wordt verdeeld tussen Provincie en Venlo. Het beoogde Venlose deel bedraagt circa € 3 miljoen. Ook hier worden de mogelijkheden van EU-subsidies onderzocht.
16-035 Regionale bijdrage in Campusontwikkeling 2016
In de regio is afgesproken dat zowel de regio-gelden als de regionale bijdrage innovatiecentrum (€ 1,28 per inwoner) worden ingezet voor de campusontwikkeling. Venlo heeft deze bijdrage aan het innovatiecentrum eerder in de bezuinigingen ingebracht. Effectuering van de afspraak met provincie en regio betekent dat deze bezuiniging moet worden teruggedraaid. Het betreft een meerjarige bijdrage aan inrichting van de Campus Greenport Venlo, zowel voor organisatie als functionaliteiten.
16-036 Proces en capaciteitsmiddelen 2016
Provincie Limburg zet fors in op de campusontwikkeling maar verwacht vanuit Venlo een pro-actieve en op onderdelen leidende rol in het kader van de regiobelangen. Voor de campus-ontwikkeling zijn nu geen middelen voor beleids- en procescapaciteit beschikbaar. Voor 2015 wordt gekeken op welke wijze dit kan worden opgelost. Voor 2016 en 2017 dienen middels begroting oplossingen te worden gevonden. De proces- en capaciteitsmiddelen zijn direct verbonden aan het realiseren van de drie sporen uit het programma Campus Greenport Venlo (werklandschap, kennislandschap en faciliteiten en infrastructuur (stedelijk centrum) ) en de investeringen, projecten en activiteiten die daarbinnen gedaan worden.
16-037 Procesmiddelen MIRT 2016
Het rijk en provincie willen tot afspraken komen met Venlo in het kader van wateropgave, Maas en Deltaprogramma. Hiervoor wordt nu de MIRT (Meerjarenprogramma Infrascructuur, Ruimte en Transport)-verkenning uitgevoerd. De verkenning is noodzakelijk voor de investeringsagenda waarbij Rijk en Provincie leidend zijn voor de investeringen in koploper project Venlo. Een forse opgave die vraagt om inzet vanuit verschillende partijen (provincie, rijk en waterschappen) . Alle deelnemende partijen dragen bij aan de kosten. Een en ander is uiteraard afhankelijk van definitieve besluitvorming in het kader van het Bestuurlijk Overleg MIRT en de bevoegde organen.
16-042 Opgave stedelijk centrum 2016
In het kader van spoor 3 uit campusontwikkeling is Venlo samen met provincie bezig aan de uitwerking van een integrale aanpak van het stedelijk centrum. Deze opgave is gericht op het (door-)ontwikkelen tot een aantrekkelijke stad voor studenten en kenniswerkers. Onderdeel van die opgave is het verder intensiveren van het aantrekkelijk maken voor studenten om zich in Venlo te vestigen. Daarbij gaat het niet alleen om de fysieke mogelijkheden (huisvesting), maar ook om ontwikkelen en uitvoeren van een gerichte communicatiestrategie en in beeld brengen van de overige randvoorwaarden (o.a. sport, recreatie, “studentenleven”) die nodig zijn om studenten te verleiden om in Venlo te gaan wonen. In 2016 wordt een bedrag van € 125.000 beschikbaar gesteld.
Inzet van deze middelen is direct gerelateerd aan de verdere investeringen die in het kader van spoor 3 (o.a. Musea, Openbare Ruimte, Onderwijshuisvesting, Studentenhuisvesting) gedaan worden.
16-098 GVVP 2016 inclusief Wijk- en Dorpszaken en Fietsen langs de Maas
De beschikbare ruimte voor investeringen in het gemeentelijk Verkeer en Vervoersplan (GVVP) zullen zonder nieuwe impuls opdrogen.
De komende jaren zullen wij een bedrag van € 1 miljoen investeren in het project Fietsen langs de Maas. Uitgaande van 50% cofinanciering door derden levert dit een investeringsbudget op van € 2 miljoen. Voor investeringen in het GVVP op het gebied van verkeer en bereikbaarheid trekken we € 700.000 uit (inclusief Wijk- en Dorpszaken).
16-201 Kapitaallasten MFA Op den Berg
Een deel van de oorspronkelijke dekking van de investering in MFA Op den Berg vervalt omdat de reserve van waaruit deze dekking zou plaatsvinden op een andere wijze zal worden ingezet. Hierdoor neemt het netto investeringsbedrag toe met € 1.350.000 en stijgen de kapitaallasten met ingang van 2017.
16-205 Aanvulling GVVP 2016
Bij de behandeling van de GVVP-jaarschijf 2015 heeft de raad op 29 april 2015 bij amendement besloten de rotonde Roermondseweg-Terracottalaan te schrappen en de hiervoor benodigde financiële middelen ad € 480.000 te reserveren voor de voorbereiding van de Vierpaardjes (raadsbesluit 2015-17).
In de raadsvergadering is toegezegd dat bij de begrotings-behandeling van zomer 2015 aanvullend budget ad € 480.000 wordt vrijgemaakt om de rotonde Roermondseweg-Terracottalaan in de GVVP-jaarschijf 2016 op te kunnen nemen. De bestaande verkeerslichten op deze kruising zijn volledig afgeschreven en zijn dringend aan vervanging toe. Dit moment is een prima gelegenheid om de kruising om te bouwen naar een rotonde opdat:
- De kruising duurzaam veilig wordt ingericht. Een rotonde is verkeersveiliger dan verkeerslichten;
- De snelheid op de Roermondseweg structureel wordt gereduceerd.
- De kosten van onderhoud en energie aanzienlijk worden gereduceerd.
16-143 Omgekeerde afvalinzameling
Als onderdeel van de afvalstoffenheffing dient het krediet omgekeerde afvalinzameling opgehoogd te worden met €375.000 tot €1.500.000.
Planmatig onderhoud
Hieronder worden de afzonderlijke voorstellen toegelicht.
16-188 Planmatig onderhoud GRP
De inflatoire bijstelling wordt bepaald aan de hand van de prijsindex "netto materiële overheidconsumptie". Als gevolg hiervan worden deze kredieten verhoogd.
16-189 Planmatig onderhoud Schoolgebouwen
Per 1 januari 2015 heeft een decentralisatie van het onderhoud van de schoolgebouwen plaatsgevonden. Hierdoor behoeft door de gemeente geen eigenaarsonderhoud meer te worden uitgevoerd en zijn de onderhoudskosten € 196.000 in de begroting voor 2015 komen te vervallen. Echter zijn er middels het huisvestingsplan 2014 door diverse schoolbesturen onderhoudswerkzaamheden aangevraagd en goedgekeurd die nog niet allemaal zijn uitgevoerd en verrekend. Het gaat hier om een bedrag van 155.000 euro. Derhalve dient dit bedrag wel nog in de begroting van 2015 opgenomen te worden.
De kosten voor het onderhoud worden gedekt uit de onderhoudsvoorziening.
Dit onderdeel laat de ontwikkeling zien van het resultaat op kapitaallasten in de brede zin van het woord. Naast de rente- en afschrijvingskosten op de activa is in dit resultaat ook het onderdeel financiering, invulling taakstellingen en stelposten welke een relatie hebben met kapitaallasten verwerkt. De analyse is nogal financieel technisch van aard maar wordt begrijpelijker door uitsplitsing in de onderdelen zoals weergegeven in onderstaande tabel.
De bijstelling van de kapitaallasten voor de begroting 2016-2019 laat het volgende beeld zien:
Bovenstaande tabel bestaat uit de volgende componenten:
- Bijstelling van de kapitaallasten en financiering.
- Aan kapitaallasten gelieerde baten en lasten. Hiermee worden bedoeld de baten en lasten die onlosmakelijk verbonden zijn met de mutatie in de kapitaallasten. Als voorbeeld wordt genoemd het verlagen van het krediet GVVP en het omzetten van de vrijval van kapitaallasten ter invulling van de taakstelling dynamisch verkeersmanagement. De vrijval van de kapitaallasten maakt onderdeel uit van post 1 Kapitaallasten en financiering. De invulling van de taakstelling betreft een aan kapitaallasten gelieerde lastenverhoging en is verwerkt in post 2.
- t/m 7: Bruto resultaat en bestemming hiervan.
8. Restant taakstelling kapitaallasten.
1 Kapitaallasten en financiering
De mutatie kapitaallasten en financiering wordt met name veroorzaakt door:
- Bijgestelde planning van de uitvoering (restant)kredieten en investeringsplannen 2016-2019.
- Extra afschrijving activa met maatschappelijk nut in 2015 en 2016
- Herfinanciering van de lopende leningen en gewijzigde rentetarieven voor nieuw aan te trekken geldleningen.
2 Aan kapitaallasten gelieerde baten en lasten
Aan kapitaallasten gelieerde baten en lasten, zijn baten en lasten niet zijnde kapitaallasten, die onlosmakelijk samenhangen met mutaties in kapitaallasten.
Voorbeelden hiervan zijn:
- Het ondersteunende systeem van het Klantgeleidingssysteem dient te worden geactualiseerd. Dit ondersteunende systeem zal worden geleased in plaats van worden aangeschaft. Het krediet Klantgeleidingssysteem wordt zodoende verlaagd en het structureel voordeel op de kapitaallasten wordt ingezet voor de jaarlijkse externe kosten van het systeem.
- Door de verlaging van een GVVP krediet ontstaat er een structureel voordeel op de kapitaallasten. Dit voordeel wordt ingezet ter invulling van de vermindering van de taakstelling dynamisch verkeersmanagement.
3 t/m 7 Bestemming bruto resultaat kapitaallasten
De jaren 2016 t/m 2019 laten allemaal een positief bruto resultaat zien (saldo kapitaallasten, financiering en aan kapitaallasten gelieerde baten en lasten). Naast dit bruto resultaat was er in 2016 nog een incidentele ruimte binnen het kapitaallastenplafond. Dit is ingezet om extra af te schrijven op investeringen met een maatschappelijk nut. Op deze wijze kan met een incidenteel voordeel een meerjarig voordeel op de kapitaallasten worden behaald.
In 2016 staat er geen taakstelling kapitaallasten meer open. Derhalve kan het resterende resultaat ingezet worden ten behoeve van het weerstandsvermogen. Voor 2017 wordt eerst de openstaande taakstelling kapitaallasten ingevuld. Het restant wordt ook toegevoegd aan het weerstandsvermogen. Het bruto resultaat van de jaren 2018 en 2019 wordt geheel gebruikt om de openstaande taakstelling kapitaallasten te verminderen.
8 Restant taakstelling kapitaallasten
Als gevolg van een positief resultaat op het onderdeel kapitaallasten kan de taakstelling kapitaallasten in 2017 in zijn geheel worden ingevuld. In 2018 resteert er een taakstelling van € 0,7 miljoen oplopend tot € 1,5 miljoen structureel vanaf 2019.
Voorportaal 2017
In de financiële verordening 2013 is opgenomen dat kansrijke investeringsvoorstellen voor het jaar volgend op het feitelijke begrotingsjaar (t+2, in dit geval 2017) worden opgenomen in een voorportaal en verder uitgewerkt worden ter besluitvorming het jaar erop.