Zorg en Welzijn

    Het meerjarig budgettair kader voor programma 4 ziet er na verwerking van alle voorstellen als volgt uit.

    Programma 04: Zorg en Welzijn

    Budgettair kader

    2016

    2017

    2018

    2019

    Baten inclusief mutatie reserves

    Stand ontwerpbegroting 2015

    4.180

    4.168

    4.087

    4.087

    Raadsbesluiten na vaststelling begroting

    15

    15

    15

    15

    Actuele stand baten

    4.195

    4.183

    4.103

    4.103

    Nieuwe ontwikkelingen

    -156

    -6

    -6

    -6

    Totaal baten ontwerpbegroting 2016-2019

    4.039

    4.177

    4.097

    4.097

    Lasten inclusief mutatie reserves

    Stand ontwerpbegroting 2015

    128.739

    126.102

    125.642

    125.642

    Raadsbesluiten na vaststelling begroting

    1.554

    1.577

    1.693

    1.693

    Actuele stand lasten

    130.293

    127.679

    127.335

    127.335

    Nieuwe ontwikkelingen

    -9.763

    -9.817

    -8.839

    -8.262

    Totaal lasten ontwerpbegroting 2016-2019

    120.530

    117.862

    118.496

    119.072

    Saldo ontwerpbegroting 2016-2019

    -116.491

    -113.685

    -114.400

    -114.976

    Toelichting nieuwe ontwikkelingen
    Als gevolg van de meicirculaire 2015 dalen de inkomsten vanuit het Rijk met betrekking tot het Sociaal domein. Enerzijds wordt dit veroorzaakt door dalende macrobudgetten, anderzijds wordt dit veroorzaakt door de overgang van historisch naar objectief verdeelmodel. Hierdoor zijn minder middelen beschikbaar voor dit programma.

    Bij het vaststellen van het lokale gezondheidsbeleid is rekening gehouden met de jaarlijkse bijdragen van het Rijk ten behoeve van dit lokale gezondheidsbeleid in de vorm van de decentralisatie-uitkering Gezond in de Stad (onderdeel van de algemene uitkering- GIDS gelden). Deze decentralisatie-uitkering is verhoogd met de middelen voor de Zichtbare Schakel ter hoogte van € 105.000. In de meicirculaire 2015 is deze verhoging verwerkt en zijn de voor de periode t/m 2017 beschikbare middelen vastgelegd. Omtrent de omvang van de uitkering in de jaren na 2017 is nog niets nader bekend.

    Daarnaast staan de huurinkomsten van gemeenschapshuizen zwaar onder druk.  De afgelopen jaren heeft de gemeente Venlo middels het verstrekken van (aanvullende) subsidies de gemeenschapsaccommodaties ondersteund. Omdat het effect van het nog op te stellen nieuwe accommodatiebeleid nog niet bekend is en deze effecten zich waarschijnlijk pas op middellange termijn (periode van 2 tot 4 jaar) zullen manifesteren, wordt voorgesteld om de huuropbrengsten in 2016 af te ramen met € 150.000 per jaar.

    Ook is de afgelopen 4 jaar conform besluit jaarlijks 20% bezuinigd op gebouw onderhoud. In en aan gebouwen is dat zichtbaar. Herstellen van het kwaliteitsniveau van de gebouwen naar niveau 3  is vereist om het levensloopproces van gebouwen of installaties naar kosten, tijd en kwaliteit te beheersen  (voorkomen van kapitaalvernietiging). Incidenteel is ook sprake van uitstel van investeringen, waardoor extra onderhoud nodig is om de functie in het gebouw te kunnen handhaven.  Gemeentelijk vastgoed vervult een belangrijke rol bij de realisatie van maatschappelijke doelstellingen, stedelijke ontwikkeling en gemeentelijke bedrijfsvoering. Voorgesteld wordt daarom om voor 2016 € 100.000 extra beschikbaar te stellen voor onderhoud vastgoed.

    Het kabinet heeft op 7 juli 2014 in een brief aan de Tweede Kamer aangekondigd om in zowel 2015 als in 2016 €75 miljoen per jaar extra beschikbaar te stellen voor een huishoudelijke hulp toelage (HHT). De extra middelen ad € 75 miljoen per jaar worden aan gemeenten beschikbaar gesteld voor het stimuleren van de vraag naar huishoudelijke hulp, teneinde zoveel mogelijk volwaardige werkgelegenheid te behouden. Op basis van de aanvraag vanuit onze regio zijn de toegekende bedragen definitief vastgesteld. Dit betekent dat wij als Venlo via een decentralisatie-uitkering een bedrag ontvangen voor de regio Noord-Limburg voor 2015 en 2016 van jaarlijks € 2,7 miljoen.

    Tenslotte worden vanaf 2015 structurele BTW- inkomsten (VRLN) voorzien ter hoogte van +/- €280.000, waarvan € 170.000 tot uitdrukking komt op programma 2 en € 110.000 op programma 4.