Een wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in mei 2015 heeft geleid tot het opnemen van kengetallen in de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing in de begroting 2016.
Deze kengetallen zijn nieuw en vanuit de wetgeving verplicht voor elke gemeente vanaf het begrotingsjaar 2016 en rekening 2015. In deze paragraaf zullen daarom allereerst deze kengetallen achtereenvolgens worden gepresenteerd en toegelicht, vervolgens zal er uitgebreid ingegaan worden op het weerstandsvermogen en risicobeheersing en zal er een beoordeling plaatsvinden voor wat betreft de onderlinge verhouding van de kengetallen.
Als gevolg van deze wetswijziging zullen deze kengetallen met ingang van dit begrotingsjaar ook als uitgangspunt worden genomen voor de beoordeling van de financiële positie van de gemeente Venlo.
Kengetallen financiële positie
In het streven naar meer transparantie, vergelijkbaarheid met andere gemeenten en ter vergroting van het inzicht in de financiële positie worden er zowel in de begroting als jaarrekening een set van financiële kengetallen opgenomen. Kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en kunnen helpen bij de beoordeling van de financiële positie.
De kengetallen maken inzichtelijk(er) over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Ze geven zodoende inzicht in de financiële weerbaar- en wendbaarheid. Daarnaast vormen de kengetallen een basis om te beoordelen hoe solide de begroting is en in hoeverre financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen. De kengetallen moeten in samenhang bezien worden, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een beeld kunnen geven van de financiële positie. Een afzonderlijk kengetal zegt weinig over hoe de financiële positie moet worden beoordeeld.
De kengetallen zijn expliciet niet bedoeld als extra normeringsinstrument van Provincie of Rijk. De kengetallen zijn een instrument van uw Raad. In samenspraak met uw raad zal dan ook bezien worden of deze kengetallen genormeerd worden en zo ja op welke wijze deze gebruikt gaan worden. Een alternatief is de kengetallen niet te normeren maar deze als signaalwaarde te hanteren voor de beoordeling van de financiële positie.
Financiële kengetallen | 2014 | 2015 | 2016 |
Kengetallen balans: | |||
1a. Netto schuldquote | 108% | 103% | 113% |
1b. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 74% | 81% | 91% |
2. Solvabiliteitsratio | 18% | 14% | 13% |
3. Grondexploitatie | 7% | 3% | 4% |
Kengetallen exploitatie: | |||
4. Structurele exploitatieruimte | 0,2% | 0,2% | 1,3% |
5. Belastingcapaciteit | 100,0% | 102,0% | 99,6% |
*Begroting na wijziging
Netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de inkomsten en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Hoe hoger de inkomsten, des te meer schulden een gemeente kan aangaan. De ratio geeft aan in hoeverre de schulden meer of minder bedragen dan de jaarlijkse inkomsten. De netto schuldquote vertoont in 2016 een stijgende lijn ten opzichte van de jaarrekening 2014 en begroting 2015. Bij een schuldquote hoger dan 130% is er sprake van een zeer hoge schuld. Volgens de VNG bevindt de schuldquote van een gemeente zich normaal tussen de 0% en 100%. De netto schuldquote van de gemeente Venlo bevindt zich boven de 100%, waarbij geconcludeerd kan worden dat de schuld relatief hoog is. De hoogte van de schuld wordt ook echter ook bepaald door het doorlenen van gelden.
De netto schuldquote wordt daarom ook berekend gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen. Hoewel over de verstrekte leningen een risico gelopen wordt, kan verondersteld worden dat deze middelen worden terugbetaald. Bij onze gemeente wordt het bedrag aan verstrekte leningen sterk beïnvloed door de verstrekte geldlening en kredietfaciliteit aan CV TPN. Indien de netto schuldquote gecorrigeerd wordt voor de verstrekte leningen bedraagt deze voor het jaar 2016 91% en komt daarmee onder de signaalwaarde van 100%. Wel laat deze indicator een stijgende lijn zien t.o.v. de jaarrekening 2014 en begroting 2015 (na wijziging).
De stijging van beide indicatoren ten opzichte van de jaarrekening 2014 wordt vooral veroorzaakt door het beslag van de lopende (restant)kredieten welke nog ten uitvoer gebracht moeten worden en door nieuwe investeringen. Deze stijging is vooralsnog in lijn met eerder afgegeven prognoses.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio drukt het eigen vermogen uit als percentage van het totale vermogen en geeft daarmee de weerbaarheid van de gemeente aan. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. Er zijn door de VNG (nog) geen richtlijnen afgegeven welke marges passen bij een gezonde solvabiliteit voor decentrale overheden. De komende periode gaan wij bezien of het wenselijk is zelf richtlijnen vast te stellen en zo ja, welke waarden voor onze gemeente acceptabel zijn.
De solvabiliteitsratio laat een dalende trend zien en bedraagt voor het jaar 2016 13%. Ondanks het ontbreken van richtlijnen is duidelijk dat dit voor een 100.000+ gemeente deze ratio aan de lage kant is. De solvabiliteitsratio kan worden verbeterd door ofwel meer reserves aan te gaan houden (sparen) ofwel door minder te investeren, waardoor de financieringsbehoefte lager wordt en er minder geleend hoeft te worden.
Grondexploitatie
De grondexploitaties kunnen een forse impact hebben op de financiële positie van een gemeente. Indien gemeenten leningen hebben afgesloten om grond te kopen voor (toekomstige) projecten om deze op termijn te verkopen hebben zij een schuld. Bij de beoordeling van een dergelijke schuld is het van belang om te weten of deze schuld kan worden afgelost wanneer de verkopen worden geëffectueerd. Van de opbrengst van de verkopen kan immers de schuld worden afgelost.
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. Hierbij is het belangrijk om te kunnen beoordelen of er een reële verwachting is of grondexploitatie kan bijdragen aan de verlaging van de schuld.
Het kengetal grondexploitatie is voor de begroting 2016 lager dan in de jaarrekening 2014. Ten opzichte van de begroting 2015 laat het kengetal in 2016 een lichte stijging zien.
Het kengetal grondexploitatie kan evenals de verstrekte leningen gezien worden als nuancering van de netto schuldquote. Er kan immers verondersteld worden dat de schulden afgelost kunnen worden met de opbrengsten uit de grondexploitaties.
Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is. Hierbij wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken. Over het algemeen geldt dus als richtlijn: hoeveel te hoger het kengetal structurele exploitatieruimte, hoeveel te gunstiger dit is voor de gemeente. De structurele exploitatieruimte 2016 laat ten opzichte van de jaarrekening 2014 en de begroting 2015 een positieve en enigszins stijgende lijn zien.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin bij het voordoen van een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen of ruimte is voor nieuw beleid. Om deze ruimte weer te kunnen geven is een ijkpunt nodig. Als ijkpunt wordt gekeken naar de landelijk gemiddelde tarieven. Er is geen maximum gesteld aan de belastingopbrengsten. Met andere woorden: deze indicator zegt niet zozeer iets over de daadwerkelijke financiële ruimte, want dat is aan de gemeenteraad. Wel wordt er rekenschap gegeven aan hoe de eigen lastendruk zich verhoudt tot het landelijk gemiddelde. De indicator laat in 2016 een dalende lijn zien en wordt met name veroorzaakt door de teruggave van een deel van de in rekening gebrachte afvalstoffenheffing uit de egalisatiereserve afvalstoffenheffing.
Geconcludeerd kan worden dat de totale woonlasten voor een gezin met een woning met gemiddelde WOZ-waarde in gemeente Venlo in 2016 niet veel lager is ten opzichte van het landelijk gemiddelde (het ijkpunt voor het maximaal te heffen belastingtarief). Dit betekent dat gemeente Venlo weinig ruimte heeft om de structurele baten op korte termijn te vergroten (ten opzichte van dat landelijk gemiddelde).
Beoordeling onderlinge verhouding tussen de kengetallen
De mate waarin een tegenvaller kan worden opgevangen en de mate waarin de begroting kan worden bijgestuurd, wordt ook wel de weerbaarheid respectievelijk de wendbaarheid van de begroting genoemd. Aangezien het niet mogelijk is om een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie, dienen de kengetallen in samenhang te worden bezien.
Uit de analyse blijkt dat de schuldpositie relatief hoog is. Gecorrigeerd voor verstrekte geldleningen bevindt deze zich echter weer rond een normale marge (conform richtlijn VNG). Schulden voor de financiering van uitgeleende gelden drukken per saldo niet op de begroting, echter geld uitlenen is niet zonder risico.
Het kengetal grondexploitatie laat zien dat we mogen veronderstellen dat tegenover een gedeelte van de schulden opbrengsten uit grondverkopen staan.
Via voorzieningen en de ratio weerstandscapaciteit worden risico’s afgedekt in het geval dat de verstrekte geldleningen niet worden terugbetaald of de geraamde grondverkopen niet worden gehaald. Dat betekent dat ondanks de lage waarde van de solvabiliteit en de beperkte belastingcapaciteit er, op termijn voldoende financiële middelen zijn om de gesignaleerde risico’s op te vangen. Daarnaast staat vast dat door de positieve structurele exploitatieruimte de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder ook de rente en aflossing van leningen) af te dekken.
De integrale ratio weerstandscapaciteit bedraagt 0,82 in het jaar 2015, oplopend naar 1,27 in het jaar 2019. Dit betekent, rekening houdend met de kans van optreden en omvang van de gekwantificeerde restrisico’s, dat de gemeente Venlo in 2016 en 2017 over onvoldoende weerstandsvermogen beschikt om in de benodigde weerstandscapaciteit te voorzien. Mede als gevolg van het geprognosticeerde positieve resultaat van de grondexploitatie Trade Port West en het reserveren van de begrotingsoverschotten voor versterking van het weerstandsvermogen herstelt dit zich echter tot boven de vastgestelde streefwaarde van 1,0 vanaf 2018.
.